“Patiënten continu monitoren levert, behalve bergen aan data, in feite weinig op. Het krijgt pas betekenis als je op basis van die data voorspellingen kan gaan doen over het ziekteverloop”, zegt Bas Bredie, internist in het Radboudumc. Samen met Harry van Goor, hoogleraar chirurgie, en Lucien Engelen, directeur van het REshape Innovation Center van het ziekenhuis, startte hij een project waarbij de reguliere manier van zorg op verpleegafdelingen op de schop genomen wordt.
Sinds 2016 werkt internist Bas Bredie twee dagen in de week als fellow bij het REshape Center, de innovatiekraamkamer van het Radboudumc. “De autonome zorg gaat gewoon door, hoe probeer je ondertussen innovatie op de werkvloer tot leven te laten komen? Uit de wolk van nieuwe ideeën probeer ik te kijken wat ik echt aan de gang kan krijgen”, omschrijft Bredie zijn functie.
De thema’s continu monitoren en telemonitoring zijn voor de internist twee belangrijke aandachtspunten. Bredie: “Het monitoren van de vitale functies van patiënten op een verpleegafdeling gebeurt op dit moment drie keer per dag, om de acht uur durende shifts van verpleegkundig personeel. Dat handmatig monitoren kost enerzijds een boel menskracht, maar brengt ook risico’s met zich mee: de metingen moeten worden overgenomen in ons EPD en dat gaat niet altijd foutloos. Daarnaast is de meting periodiek, je hebt niet de mogelijkheid om te voorspellen met welke patiënt het in de komende twee uur mis zal gaan.” Dit klinische probleem kan volgens Bredie met de huidige mogelijkheid die de techniek biedt worden opgelost. “Het is inmiddels technisch gezien mogelijk om ook buiten de intensive care (IC) op gewone verpleegafdelingen in het ziekenhuis patiënten met kleinere devices en slimme software te monitoren.”
Vijf vitale parameters
Dat kleinere device is de ViSi Mobile van de Amerikaanse aanbieder Sotera, een soort kastje dat om de pols van een patiënt gedragen wordt. In Amerika zijn er volgens Bredie al meer dan vijftig ziekenhuizen waar patiënten op een of meerdere afdelingen zijn uitgerust met een ViSi Mobile. “Dat apparaatje is, naar ons weten, op dit moment het enige veilige medical device waarmee je alle vijf vitale functies continu kunt monitoren.” Die vitale functies zijn bloeddruk, hartslag, ademhaling, temperatuur en zuurstofsaturatie. De ViSi Mobile verzamelt deze data en stuurt het draadloos door. “We nemen als startpunt de vijf parameters die nu ook gemeten worden bij patiënten. We willen op den duur kijken of je bijvoorbeeld ook alleen met hartslagvariabiliteit en zuurstofsaturatie genoeg gegevens verzameld om iets te kunnen voorspellen over de situatie bij de patiënt.”

Bas Bredie, internist vasculair geneeskundige in het Radboudumc Nijmegen
Dat voorspellen, daar draait het uiteindelijk om, zegt Bredie. “Die slimme kastjes leveren per patiënt alleen nog maar meer getallen op. Bij opvallende waarde gaat er een alarm af. Op zo’n moment kan het soms al te laat zijn. Je creëert echt meerwaarde als je op basis van al die getallen trends kunt analyseren en voorspellen. Als je aan kunt zien komen dat een patiënt achteruitgaat, en je daar nu op kunt reageren.” Om dat te bewerkstelligen zijn de apparaten gekoppeld aan voorspellende software. Die software is afkomstig van OBS Medical, de producent van het door de FDA goedgekeurde Visensia. Dat AI-systeem is ontwikkeld voor de vroege detectie van verslechtering van een patiënt. “We hebben met OBS Medical afgesproken dat we gezamenlijk verder ontwikkelen door het klinisch valideren van Visensia”, vertelt Bredie. “Het apparaatje waarmee we meten ziet er over vijf jaar hoogstwaarschijnlijk weer totaal anders uit. In de ontwikkeling van software en klinische validatie ervan willen we investeren, daar ligt wat ons betreft de belangrijkste basis.”
Early Risk Score
Vanaf 1 juni a.s. worden patiënten standaard aangesloten op het continu monitoringsysteem. “We informeren de opgenomen patiënten over de nieuwe manier van bewaken en geven aan dat het monitoren met een mobiel kastje de gebruikelijke vorm van zorg is op die afdeling.” De ethische commissie van het ziekenhuis heeft de uitrolprocedure beoordeeld. Zolang de testfase aan de gang is, wordt als gouden standaard ook nog steeds drie keer per dag handmatig de meting uitgevoerd, vertelt Bredie. Alle data van de patiënten gemeten door het kastje om hun pols is real time in te zien op een monitor die op een strategische plek op de afdeling hangt.
Bij de ‘oude’ werkwijze wordt er een zogeheten Modified Early Warning Score (MEWS) opgesteld op basis van de handmatig gemeten vitale functies van een patiënt. Hoe hoger het getal, hoe slechter de vitale functies, hoe sneller moet worden gehandeld. Volgens Bredie is die score te beperkt omdat het in de praktijk gaat om momentopnames om de acht uur. Je kunt daarom eigenlijk niet of nauwelijks spreken van voorspellen. De nieuwe software creëert op basis van de data over de vitale functies van een patiënt een Early Risk Score (ERS), een real-time score waarmee voorspelt wordt hoe groot of klein het risico is dat een patiënt loopt. “Die ERS wordt als documentatie nu een keer per half uur automatisch naar het elektronische patiëntendossier gestuurd. Zodat je ook daar de trends inzichtelijk kunt maken.”

De risicoscore gegenereerd door de wearable komt automatisch in het EPD terecht (foto: Radboudumc)
Zestig bedden als referentiecentrum
Het 24/7 monitoren start bij zestig bedden op de afdelingen Heelkunde (ook wel de afdeling Chirurgie genoemd) en Interne Geneeskunde (afdeling gericht op het voorkomen, herkennen en behandelen van ziekten van de inwendige organen). “We hebben gekozen voor deze twee afdelingen, omdat je hier mensen met zeer uiteenlopende ziektebeelden en -paden aantreft. Dat is voor de extrapoleerbaarheid van ons onderzoek wel zo interessant.”
Die zestig bedden moeten volgens Bredie het ‘referentiecentrum’ worden. “We willen in een gecontroleerde setting alles leren over continue monitoring en lean monitoring (met zo min mogelijk parameters juist voorspellen), de ervaringen van patiënten, de exacte waarde van risico metingen, het werken met medische wearables en de doorontwikkeling van de software.” Op den duur hoopt Bredie dat het mogelijk wordt om naast de data over vitale functies ook data over voeding of beweging aan het systeem toe te voegen. “Hoe meer data, hoe groter de voorspellende kracht. Waarom werkt bij de ene patiënt de antibioticakuur wel en bij de ander niet? Kunnen we voorspellen welke mensen delirant worden? We doen als internisten ons uiterste best om patiënten zo goed mogelijk te behandelen, maar sommige dingen gaan buiten onze scope. Ik geloof dat we door de juiste analyse van data nog veel meer kunnen leren en nog adequatere zorg kunnen leveren.”

Op den duur ook data over beweging en voeding toevoegen?
Van de regen in de drup?
Wie Bredie hoort praten, wordt meteen enthousiast over zijn project. Het is lastig te bedenken waarom je niet over gaat op deze manier van 24/7 patiënten monitoren. Maar hoe zit het met de kosten en baten? “We zijn op dit moment bezig met een business case voor de uitrol van real time monitoring ziekenhuis breed. We moeten onze case nog verfijnen op basis van feitelijke waarnemingen, maar we kunnen nu al stellen dat er met minder mensen - want minder handmatige metingen - eerder gesignaleerd wordt wanneer een patiënt achteruit gaat, met alle gevolgen van dien.”
Toch ervaart Bredie dat een ogenschijnlijk veelbelovend nieuw systeem niet automatisch met enthousiasme wordt opgepakt op de werkvloer. “Verpleegkundigen zeggen: we zien de voordelen van het 24/7 monitoren, maar we zien ook de verantwoordelijkheid die we krijgen over bergen data die er eerst niet was. Help je ons niet juist van de regen in de drup?” Verpleegkundigen gaven ook aan bang te zijn dat de ‘gewone’ afdeling te veel op een intensive care zou gaan lijken.
Het blijkt daarnaast een uitdaging om een nieuw zorgproces te implementeren in het reguliere zorgproces. “Als er een nieuwe MRI-scanner het ziekenhuis ingerold wordt, dan krijgen patiënten ook niet voorgelegd of ze onder de nieuwe of de oude scanner willen: je kijkt welke er vrij is. Terwijl de nieuwe in principe, op papier, betere resultaten biedt. Wij geloven dat de nieuwe manier van monitoren ook betere zorg levert, maar we zitten nog in de onderzoeksfase en moeten ergens beginnen.”

Een veiliger gevoel voor patiënten en hun familie (foto via Radboudumc)
Extra veilig
In de praktijk hoort de internist gelukkig veel positieve geluiden. “Door de automatisering van het monitoren ervaren de verpleegkundigen veel gebruiksgemak. Patiënten blijken het dragen van een kastje om hun pols geen bezwaar te vinden: de extra veiligheid, het gevoel in de gaten gehouden te worden, weegt er tegen op. Ook familieleden vinden het een prettig idee dat hun geliefden continu gemonitord worden.”
De Raad van het Bestuur van het Radoudumc staat achter het project en financiert een groot deel van de implementatie, de rest betalen de afdelingen zelf. Over een jaar hoopt Bredie de klinische validatie afgerond te hebben, een heldere business case op te leveren en het systeem op meerdere afdelingen in gebruik te hebben. Over vier tot vijf jaar moet de renovatie van het volledige Radboudumc rond zijn, vertelt Bredie. “Zodra de nieuwbouw klaar is, willen we ook het nieuwe monitoringsysteem overal in werking hebben. Wat mij betreft wordt het de nieuwe standaard in zorg.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!