Wie de opvolger van voormalig minister Edith Schippers wordt is nog niet bekend: de kabinetsformatie is nog in volle gang. Met een beleidsonderzoek dat deze week uit is gekomen wordt de toekomstige bewindsman of -vrouw alvast geholpen: de publicatie geeft drie richtingen aan voor het overheidsbeleid, specifiek gericht op innovatie in de zorg. Wat kan de overheid doen om de ervaren belemmeringen weg te nemen, zodat eHealth-toepassingen en innovaties sneller en op grotere schaal gebruikt worden?
De publicatie Innovatie in de zorg is een zogeheten interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO), een analyse van de sterke en zwakke elementen van beleid en opties voor mogelijke aanpassingen. Zo’n IBO vindt in opdracht van het kabinet plaats en wordt uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit ambtenaren van verschillende departementen, waaronder Volksgezondheid en Economische Zaken.
eHealth is een onderdeel van het rapport, maar dat is niet het enige thema. Ook onderwerpen als doelmatigheid van zorg, transparantie van uitkomsten, en patiënten betrekken bij beleid zijn actuele onderwerpen.
Innovatie paradox
Door het onderzoek heen lees je de paradox van innovatie in de zorg. Door nieuwe geneesmiddelen en medische technologie worden meer mensen behandeld en leven we langer, maar die verschillende soorten innovatie spelen ook in Nederland een grote rol bij de stijgende zorgkosten. Nog een veel voorkomende innovatie paradox: zorg kan verplaatst worden vanuit het ziekenhuis naar de huisarts of zelfs naar de thuissituatie, maar dat betekent vaak een verlies aan inkomsten.
Productinnovatie is niet het probleem
Het probleem ligt niet bij het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe medicijnen en technologieën - Nederland blinkt uit in productinnovatie volgens het rapport – maar procesinnovatie en systeeminnovatie zijn wel taaie problemen. Vaker loopt het spaak bij het implementeren en opschalen van innovaties, waaronder eHealth-toepassingen. Bij procesinnovatie draait het om organisatie van zorg, en structureren zorgorganisaties hun processen zo dat ze betere en/of efficiëntere zorg kunnen leveren. Systeeminnovatie draait om het beleid en zorgstelsel waar de overheid verantwoordelijk voor is. Die twee vormen van innovatie, procesinnovatie en systeeminnovatie, leveren de meeste problemen op bij zorgverleners, ondernemers, en onderzoekers.
Low tech high impact
In haar tijd als minister zette Edith Schippers al in op wat zij low tech high impact innovatie noemde: laagdrempelige zorgtoepassingen die een grote impact kunnen hebben op het leven van patiënten en werk van zorgverleners, zoals apps, zorg op afstand of beeldbellen.
Het IBO-rapport beschrijft dat grootschalige introductie van digitaal ondersteunde procesinnovatie in de zorg betekent dat werkprocessen, bestaande verhoudingen en beroepsprofielen veranderen of zelfs verdwijnen. “Zo'n omslag vraagt het nodige van de mensen die in de zorg werken en betekent ook voor burgers en patiënten fikse veranderingen. Dat brengt onzekerheden met zich mee op financieel, bedrijfseconomisch, organisatorisch en zorginhoudelijk terrein.” Vaak komen ook gevestigde belangen in het geding, en vraagt proces- en systeeminnovatie om nieuwe samenwerkingsvormen op wijk en regio niveau met bijvoorbeeld gemeenten. En: “Deze transitie doet een aanzienlijk beroep op de wil en het vermogen tot verandering van alle betrokkenen. De condities waaronder deze inzet wordt gevraagd zijn niet altijd optimaal.”

Het is aan de opvolger van minister Schippers om beleid voor eHealth en zorginnovatie door te zetten
Medisch specialisten verplicht in loondienst
Hoe de overheid wel optimale condities kan creëren, wordt in drie scenario’s uitgewerkt. Die drie beleidsvarianten zijn gericht op het bevorderen van opschaling van innovaties in de zorg, door bijvoorbeeld nieuwe vormen van bekostiging ontwikkelen, ondersteuning bij het opbouwen van evidentie (werkt een innovatie), en beroeps- en regionale organisaties bij elkaar brengen. De beleidsvariant ‘interveniërende overheid’ is de meest ingrijpende en stelt een aantal maatregelen voor, zoals medisch specialisten verplichten in loondienst te werken, en compensaties voor verliezers bij innovatie mogelijk maken.
Welke keuzes het nieuwe kabinet zal maken, is afhankelijk van de coalitie en de speerpunten van de nieuwe minister van Volksgezondheid. Het beleidsrapport laat zien welke beleidsmaatregelen de overheid kan nemen om doelmatige innovaties tot stand te laten komen, te implementeren en op te schalen. Want dat de overheid meer prikkels om te innoveren kan creëren, dat is zeker - de vraag is welke wenselijk en haalbaar zijn.
Onbesproken in dit artikel is de vóórliggende vraag 'Welke gezondheidszorg willen we creëren?' nu we weten, voelen, zien dat het anders moet en vrezen dat crises het huidige stelsel kunnen vernietigen. De ervaren dreiging vraagt om een integrale aanpak van het stelsel. Dat is helaas niet mogelijk zoals ook opgemerkt door dit artikel. Daarom zijn véle innovatie-initiatieven noodzakelijk die de weg kunnen wijzen naar een omslag van het stelsel.
Transitie is een complex proces. Innovatie heeft haar plaats in dezen, maar is zeker niet alleen ICT gedreven. Ook sociale innovatie/ sociaal ondernemen heeft haar plek.
Maar zoals gezegd, belangrijk is aandacht te hebben voor het type gezondheidszorg wat wij willen hebben in de toekomst. Blijft de aandacht voor 80% op het bestrijden van ziekten? Of verschuift deze naar het voorkomen van ziekten? (van end-of-pipe naar begin-of pipe) Wanneer hier voldoende overeenstemming over is, zijn niet alleen de middelen effectief te ontwikkelen, de nieuwe rollen van professionals te definiëren, én de (morele) dilemma's te adresseren. Dit alles vanuit een (relatief beschermde) innovatie-omgeving.
Lees ook 'To Transition' van Derk Loorbach. (directeur Drift, Erasmus Uni)
Een goede inleiding in de wetenschap aangaande Transities. Er is al veel onderzoek gedaan, gepubliceerd en ingezet t.b.v. VWS. Neem dan ook niet aan dat een belangrijke partij als VWS onbekend zou zijn met deze dynamiek.